De tien belangrijkste Soefi gedachten behelzen alle belangrijke aspecten van het innerlijk leven van de mens.

1. Er is Eén God: de Eeuwige, het Enige Wezen, niets bestaat dan hij..

De God van de Soefi is tevens de God van elke geloofsovertuiging. Hij is de God van iedereen.
God in alles en alles in God.

De Soefi die zichzelf vergeet en ernaar streeft het goddelijk ideaal te bereiken, wandelt gedurende zijn hele leven voortdurend op het pad van liefde en licht. In God ziet hij de perfectie van alles dat binnen het bereik van zijn menselijke waarnemingsvermogen komt, maar toch weet hij ook dat Hij buiten het bereik van de mens ligt. En hij beschouwt alles in zijn leven als van Hem afkomstig, in volmaakte berusting. De geheiligde naam van God betekent voor hem wat een medicijn is voor een patiënt. De goddelijke gedachte is het kompas waarop hij zijn schip naar de kusten van de onsterfelijkheid stuurt.

2. Er is Eén Meester: de Geest van Leiding over alle Zielen, die Zijn volgelingen voortdurend tot het licht leidt.

De Soefi begrijpt dat, hoewel God de bron is van alle kennis, inspiratie en leiding, het de mens is door wie God Zijn kennis aan de wereld verkiest mede te delen. De gehele geschiedenis van de mensheid lang heeft hij dit al gedaan. Door alle tijden heen waren er grote leraren die het leven van God leidden in menselijke gedaante zoals Shiva, Boeddha, Rama, Krishna, Abraham, Mozes, Jezus en  Mohammed. En nog vele anderen, bekend of onbekend aan wereld.

Het Perzische woord voor meester is Murshid. De Soefi herkent de Murshid in alle wezens in de wereld en hij is bereid om van jong en oud te leren, van de ontwikkelde en onontwikkelde mens, rijk of arm, zonder er vraagtekens bij te zetten.

De Soefi ziet het beeld van God, de vereerde godheid, in Zijn immanentie, manifest in de natuur en zijn leven wordt voor hem tot een volmaakte onthulling daarvan, zowel binnenin hem als buiten hem.

Zo bevindt zich in hem ook een aanleg voor leidinggevende geest. Iedereen bezit deze aanleg in zekere mate.

3. Er is één heilig boek: het geheiligd schrift van de natuur, het enige geschrift dat de lezer kan verlichten.

De meeste mensen beschouwen alleen bepaalde boeken of door mensenhand geschreven boekrollen die zorgvuldig geconserveerd ergens opgeslagen liggen ter overlevering aan het nageslacht, als heilig. Te allen tijde heeft de Soefi respect gehad voor al dergelijke boeken. In de Vedanta, Zendavesta, Kabah, Bijbel, Koran en alle andere heilige geschriften is dezelfde waarheid kunnen te vinden die men kan lezen in het geschrift van de natuur, het enige Heilige Boek en het perfecte en levende model dat de aan het leven inherente wetten onderwijst.

4. Er is een religie: het zonder afdwalen voortgaan in de juiste richting, die van het ideaal dat het levensdoel vervult van elke ziel.

In het Sanskriet noemt men religie Dharma, hetgeen met lering wordt vertaald.“Elke ziel wordt tot een bepaald doel geboren en het Licht van dat doel ontbrandt in deze ziel “, zegt Sa’adi. Dit verklaart waarom de Soefi verdraagzaam staat tegenover het door iedereen volgen van een eigen pad. Dit is waarom hij zijn eigen principes niet met die van anderen vergelijkt, maar iedereen vrijheid van denken gunt. Daarom worden in elk soeficentrum vieringen gehouden waar alle religieuze stromingen en het licht van de waarheid worden geëerd.

5. Er is een Wet: de wet van wederkerigheid, die kan worden nageleefd door een onzelfzuchtig geweten gepaard aan een ontwaakt besef van rechtvaardigheid. De mens heeft wetten vervaardigd die hem goed van pas zijn gekomen, maar er zijn andere wetten waarbij hij misschien beter af zou zijn. De mens noemt rechtvaardig wat hem goed uitkomt en wat hem door een ander wordt aangedaan onrecht. In harmonie zijn met de medemens kan niet eerder dan wanneer streven naar rechtvaardigheid door een onbaatzuchtig geweten is wakker gemaakt. De onderlinge verwantschap van alle mensen zien en geen verschil  naar klas, kaste, geloof, ras, natie, sekse of religie.

6. Er is een Verwantschap, de menselijke verwantschap die de kinderen van de aarde zonder onderscheid verenigt in het Ouderschap van God.

De Soefi begrijpt dat het ene leven dat vanuit zijn innerlijke Wezen opkomt, zich aan de oppervlakte als een leven van verscheidenheid manifesteert. En binnen deze wereld van verscheidenheid vormt de mens de fijnste manifestatie daarvan, want door zijn evolutie kan hij zelfs in dit uiterlijke bestaan van verscheidenheid de eenheid van het innerlijk wezen realiseren.Door zich met anderen te verenigen, evolueert hij in de richting van zijn ideaal en dat is het enige doel van zijn komst op aarde.

Een mens verenigt zich met anderen binnen zijn gezinsverband en dat is de eerste stap in zijn evolutie. Toch hebben in het verleden families met elkaar gevochten en generaties lang wraak op elkaar genomen, waarbij ieder van hen dacht dat zijn zaak de enige waarachtige en rechtvaardige zaak was. Heden ten dage toont de mens zijn groei door zich met buren en plaatsgenoten te verenigen en door vaderlandsliefde in zichzelf te ontwikkelen.

Juist binnen de religie hebben diverse stromingen elkaar duizenden jaren lang bestreden. Zolang het gevoel van verwantschap zich beperkt tot de eigen religie blijft dit zorgen voor het tegenover elkaar staan van mensen.

De Soefi beseft dit en bevrijdt zich daarom van nationale, raciale, en religieuze begrenzingen. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar klasse, kaste, geloof, natie of religie.

 

7. Er is een moraal: de liefde die uit zelfverloochening opwelt en in weldaden tot bloei komt.

In vele tradities hebben verschillende leraren allerlei van elkaar verschillende morele principes onderwezen. Er zijn vele morele beginselen waaraan één stroom ten grondslag ligt, de bron van alles en dat is liefde. Liefde brengt hoop, geduld, lijdzaamheid, vergevingsgezindheid en verdraagzaamheid voort. Vrijgevigheid, liefdadigheid, aanpassingsvermogen en een verzoenende aard, zelfs zelfverloochening komen voort uit liefde alleen.

Alle onwetendheid is gebrek aan liefde. Als een vuur niet goed brandt geeft het alleen maar rook, maar als het wordt aangewakkerd ontbrandt er een lichtende vlam. Zo is het ook met liefde.

“ Ode aan u dan, O liefde, heerlijke gekte! Gij die al onze zwakheden heelt! Die de geneester is van onze hoogmoed en eigenwaan! 
– Roemi –

8. Er is een voorwerp van verering: de schoonheid, die door al haar aspecten heen het hart van haar aanbidders verheft van het geziene tot het ongeziene.

Wat mooi is voor de een is nog niet altijd mooi is voor de ander. De mens ontwikkelt zijn gevoel voor schoonheid naarmate hij groeit en hij prefereert dan het hogere aspect van schoonheid boven het lagere.

Bij het zien van de schoonheid van zon, maan, sterren en planeten heeft de mens altijd God verheerlijkt. Hij heeft God aanbeden in planten en in dieren. De Soefi vereert schoonheid in al haar aspecten.

9. Er is een waarheid: de ware kennis van ons wezen, innerlijk en uiterlijk, die de essentie is van alle wijsheid.

Ken uzelf en u zult God kennen. Het is de kennis van het zelf die tot bloei komt. Zelfkennis geeft antwoord op vragen als “Waar kom ik vandaan? Bestond ik al voordat ik mij van mijzelf bewust werd ?

Wat gebeurt er bij de dood? Heb ik een doel  te vervullen?

Het is voor ieder mens mogelijk het pad naar vervolmaking te bewandelen.Dit is ook de reden waarom aan mensen in verschillende delen van de wereld onderricht wordt gegeven.

De Soefi erkent de kennis van het zelf als de essentie van alle religies. In elke religie kan hij die kennis terugvinden. Hij ziet in elke religie dezelfde waarheid en beschouwt ze daarom allemaal als één.

Jezus sprak: “ mijn Vader en ik zijn Eén.”

10. Er is een pad: het teniet doen van het onwerkelijke ego in het werkelijke, dat de sterveling opheft tot onsterfelijkheid en waarin alle volmaaktheid gelegen is.

Het leven is een geheel maar kent twee aspecten: sterfelijk en onsterfelijk.

De ziel wordt in het soefisme gezien als onsterfelijk het doel is het ervaren van zichzelf.

“Ïk was op zoek naar mijn zelf. Ik was de reiziger en ik ben mijn eindbestemming.”

 

Iqbzi